Nofisol biedt hoogwaardige oplossingen voor geluid, rook- en brandveiligheid. “Waarbij we voortdurend streven naar meetbare prestaties, uitmuntende kwaliteit en duurzame innovaties”, stelt Marco van Vliet, die in 2006 samen met Aad Engelbracht het bedrijf oprichtte. “Duurzaamheid staat dan ook echt centraal in onze missie.” Samen met zijn dochter Iris, die sinds 2020 werkzaam is bij het bedrijf, licht hij hun toewijding voor duurzaamheid toe.
Bijdragen aan een duurzamere wereld
“We zien het als onze missie om bij te dragen aan een duurzamere wereld”, licht Marco toe. “We geloven dat hoogwaardige isolatie niet alleen gunstig is voor het milieu, maar ook kan leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen voor de klant. We proberen ons te onderscheiden door continu de focus op innovatie en kwaliteit te leggen. Door onze producten met de nieuwste technologieën te ontwikkelen en ze te laten voldoen aan de strengste internationale normen. Onze toewijding voor duurzaamheid is gebaseerd op die strenge normen. Dat maakt onze duurzaamheid ook keihard meetbaar. Van een zeer technisch product gaan we naar een product dat op duurzaamheid gevonden kan worden.”
Keur aan duurzaamheidscertificaten
Die strenge normen zijn zichtbaar in de keur aan duurzaamheidscertificaten die de producent mag voeren: Cradle to Cradle (C2C Silver v4.0 Full Scope) voor mens en milieu en circulariteit, Eurofins indoor Air Comfort (Gold) voor lage productemissies, EPD, milieuproductverklaringen mede op basis van levenscyclusanalyse (LCA), het Franse VOC (A+), voor goede luchtkwaliteit door zeer lage uitstoot van vluchtige schadelijke organische stoffen, en opname in de Nationale Milieu Database (NMD), cruciaal voor het verstrekken van nauwkeurige milieugegevens voor de Nederlandse markt.
“We hebben er dan ook bewust voor gekozen niet volgend te zijn qua duurzaamheid, maar juist daarin voorop te willen lopen”, vult Iris aan. “Vooruitlopen op de vraag in de markt, we creëren de vraag als het ware. En zijn daarmee ook klaar voor de nieuwe bouwrichtlijnen die sinds kort gelden of gaan gelden in de toekomst.”
Nofisol is ook een van de zeventien deelnemers aan de C2C Bouwgroep, een kennisplatform van een groep bouw gerelateerde fabrikanten die de circulaire economie omarmen en beschikken over één of meerdere C2C certificaten, aangevuld met drie strategische partners die helpen bij de certificering.
EPD’s van toegevoegde waarde
Deze ‘duurzame keuze’ heeft ook zeker effect in de markt, zo geeft Marco aan. “Bij de kleinere projecten, bijvoorbeeld renovatieprojecten, nog niet echt. Maar met name bouwpartners die grotere projecten invullen en daarbij ook moeten voldoen aan de gestelde eisen vanuit de opdrachtgever, die maken vaker de keuze voor ons en komen ook continu terug. Die grotere partijen in de afbouwsector volgen nu ook veelal de duurzaamheidstappen die wij al eerder hebben gezet. Waardoor onze producten naadloos kunnen worden ingezet. Ze maken bij een certificering toch ook wezenlijk onderdeel uit van het totale eindproduct, van het plafond- of wandsysteem dat wordt aangeboden. Onze EPD’s zijn daarbij dan ook van toegevoegde waarde.”
Europese markt
Nofisol richt zich niet alleen op de Nederlandse, maar steeds vaker ook op de Europese markt. Ze zien ook steeds meer ‘groene’ projecten in de markt. Zo zijn hun producten onder meer toegepast bij het project Business Garden in Vilnius, Litouwen, bij het nieuwe gebouw van Greece Telecom in Athene, – een Breeam project – en de metro in Parijs. In beide laatste projecten zijn ingesealde steenwolplaten Seal S achter de metalen plafonds geplaatst. “Dat is juist vanwege onze certificaten”, geeft Iris aan. “Zo hebben we het metroproject gewonnen niet alleen door de C2C en Eurofins, maar juist vanwege de VOC- certificering, die moet je in Frankrijk gewoon hebben.”
Alle basismaterialen op voorraad
De groei ziet het bedrijf dan ook meer in het buitenland. “De markt in onze sector in Nederland is toch enigszins gemaximaliseerd. Zo zijn we bijvoorbeeld toch afhankelijk van een beperkt aantal scheidingswandproducenten die onze geluidschotten in hun systeem opnemen”, verduidelijkt Marco. “Al staan daar de ontwikkelingen zeker ook niet stil. Waar vroeger bijvoorbeeld veelal 21 dB werd gevraagd, is dat nu bijna standaard 47 dB.”
Om snel en flexibel aan de vraag van alle partijen te voldoen, houdt het bedrijf continu alle basismaterialen op voorraad. En dan niet alleen in de 3.000 m² magazijnruimte in Oosterhout, maar door heel Europa. Marco: “We hebben een eigen vestiging in Engeland, een joint venture in Duitsland met een groot magazijn in Frankfurt en we werken met voorraadhoudende agentschappen in onder meer Italië, België, Litouwen en Oostenrijk. We werken eigenlijk in ieder land samen met een toonaangevende partner die onze filosofie uitdraagt en die onze producten via de voorschrijvende markt introduceert.
Ondanks de Europese ambitie blijft Nofisol gevestigd in Oosterhout, bevestigt Marco. “Dat bevalt meer dan prima. Onze zeven medewerkers komen ook uit de omgeving en we hebben er goede, per land gespecialiseerde transporteurs. Want ook die maken onderdeel uit van je EPD.”
Certificeren intensief en prijzig
Certificeren op duurzaamheid is leuk, maar zeker ook intensief en zeer prijzig geeft hij aan: “Na alles wat we destijds hadden meegemaakt met de harmonisatie rondom brandwerendheid, dachten we dat we het hadden gehad. Maar bij duurzaamheid gebeurt hetzelfde, en weegt ieder land het op zijn eigen manier.”
“Je bent ook continu aan het ‘hercertificeren’. We moeten niet alleen gecertificeerde materialen gebruiken, we moeten ook regelmatig onafhankelijke audits en testen ondergaan en continu voldoen aan de nieuwste regelgeving voor duurzaam bouwen”, vertelt Iris. “En we zijn ook voortdurend bezig met het verbeteren van onze processen en producten. We zijn wellicht redelijk groot binnen onze sector, maar voor de toeleveranciers maar een kleine partij. Dat maakt het soms lastig om wijzigingen in de fabriek af te dwingen. Het gaat ook heel ver, tot aan de gebruikte machines en transporten in de steengroeven aan toe.” De eerste anderhalf jaar na haar komst in 2020 was Iris bijvoorbeeld ook full time bezig met het Cradle to Cradle traject. “Ik werd al gekscherend Mevrouw Duurzaamheid genoemd.”
Wat de toekomst op duurzaamheidsgebied brengt, is lastig te zeggen, aldus Marco. “We onderzoeken bijvoorbeeld nog het hergebruik van materialen. Maar hoever moet je hierin gaan? Een product van vier jaar geleden heeft door de continue ontwikkeling een andere samenstelling dan nu. Als we dat zouden gaan hergebruiken, vervallen bijvoorbeeld simpelweg de certificaten. Dat maakt het lastig.”
Toch vinden beiden de keuze om vol voor duurzaamheid te gaan absoluut de moeite waard. “Het zorgt ervoor dat je bij architecten toch een streepje voor hebt om makkelijker te worden voorgeschreven”, stelt Iris. “Maar vooral omdat we het zelf willen uitdragen.”