Voormalig warenhuis naar buiten geopend AIR en AIR Offices Rotterdam

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Het uit 1951 daterend voormalige pand van Vroom & Dreesman aan het Beursplein in Rotterdam is getransformeerd in een multifunctioneel pand met retailunits en horeca in de plint, een supermarkt en fietsenstalling in de kelder, kantoren van de eerste tot en met de vijfde verdieping en een rooftopbar annex dakparkeren: AIR en AIR Offices Rotterdam! Om dit mogelijk te maken is het voormalige warenhuis als het ware naar buiten geopend, met volop lichtinval door de nieuwe grote ramen in de gevel, een groot atrium voorzien van veel daglicht als gevolg van grote glasdaken.

Duizenden Rotterdammers en (inter)nationale toeristen passeerden dagelijks de draaideuren van het warenhuis van Vroom & Dreesman (V&D) aan het Beursplein in Rotterdam. Al in 1941 gaf de directie van V&D de gebroeders Kraaijevanger van het gelijknamige Rotterdamse architectenbureau de opdracht voor het ontwerp van een nieuw warenhuis. De vestiging in Rotterdam werd destijds ook wel het modernste warenhuis van Europa genoemd. Een vooruitstrevend ontwerp van de gebroeders Kraaijvanger, de V&D was meer dan zomaar een warenhuis, een omwenteling in de warenhuisbouw zelfs. Het gebouw was op de groei ontworpen, er was in de bouw voorzien op een volume van acht verdiepingen hoog. Het ondernemingsrisico was op dat moment nog te groot, waardoor er uiteindelijk twee verdiepingen en een kelder zijn gerealiseerd. Omdat men bang was dat het gebouw zou ogen als een platte doos is er bovenop de eerste verdieping een zwevend dak aangebracht om extra hoogte te simuleren.

 

Extra verdieping toegevoegd

Het opgeleverde plan is eind jaren ’50 al eens flink onder handen genomen. Er werd één extra verdieping aan toegevoegd en de witte baksteen gevel verdween achter een vliesgevel. Eind jaren negentig van de vorige eeuw werd het pand wederom verbouwd met weer een extra verdieping. Op het dak verscheen een wielvormige luifel rondom het toen gebouwde La Place restaurant met dakterras. Bij deze verbouwing zijn intern ook flinke wijzigingen aan de oorspronkelijke vloeren doorgevoerd in de vorm van uithollingen richting de gevel aan de Rodezand. Middels extra roltrappen is daarmee een aansluiting gekomen op de destijds nieuwe Koopgoot die de oostelijke en westelijke winkelgebieden ten opzichte van de Coolsingel met elkaar verbinden. In 2017 is het inmiddels failliete V&D-pand overgenomen door het Canadese Hudson’s Bay die de gevels nogmaals flink aanpaste. Sinds 2019 wachtte het voormalige warenhuis weer op een nieuwe bestemming.

 

Ontwikkeling van A tot Z

Deze nieuwe bestemming werd gevonden door projectontwikkelaar NEOO uit Amsterdam. “NEOO was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het project van A tot Z”, vertelt Gaston André, projectmanager van het AIR- projectteam van NEOO. “Om een dergelijk resultaat mogelijk te maken, is kennis van de mogelijkheden van de plek, het gebouw en de ontwikkelingen in de markt voor een dergelijk mixed-use project erg van belang. Ons stond een transformatie voor ogen van het monofunctioneel 3-laags naar binnen gekeerd voormalige warenhuis naar een zeer duurzaam gebouw op een bruisende plek in de stad, waar gewerkt, gewinkeld en gerecreëerd kan worden.”

 

Duurzame architectuur

WOMO Architects kreeg de opdracht om het ontwerp voor de transformatie te maken. “Kenmerkend voor onze manier van ontwerpen, is ruimte geven aan elementen van verrassing, plezier en iets dat verwondering oproept”, vertelt Imola Berczi, samen met Wouter de Jonge partner bij het architectenbureau uit Amsterdam. “Ons doel is om dat bij elk project met duurzame architectuur te realiseren. Waarbij we in het geval van AIR beginnen met het gebouw in een historisch perspectief te plaatsen: waar komt een gebouw of gebied vandaan, hoe is de reis door de tijd verlopen, wat heeft een gebouw beleefd? Om vervolgens daaruit te leren welke specifieke historische karakteristieken we op een organische manier kunnen laten herleven in de nieuwe situatie.”

De uitdaging bij AIR was volgens Berczi om een van origine groot winkelgebouw nieuw leven in te blazen, daarbij voorbijgaand aan de traditionele corporate architectuur. Kenmerkend voor deze architectuur zijn classy en chique kantoren die indruk moeten maken, die gebruikers en gasten moeten imponeren. Dat is al honderden keren gedaan en AIR verdient beter. En dus zochten we een manier om mensen niet te imponeren, maar hen op de meest aangename en verrassende ‘feelgood’ manier comfortabel te laten voelen; dit is een plek waar ik graag wil zijn.”

 

Verrassende campusdesign

Om dat te kunnen bereiken, heeft het architectenbureau uit Amsterdam een strategie voor een verrassend campusdesign ontwikkeld. Berczi: “Door uit te gaan van het plezier van gebruikers – iedereen, en dus niet alleen ‘de directeur’ – vanaf het moment dat je binnenstapt. We nemen dat plezier als uitgangspunt en denken van binnen naar buiten. Zo ontwerpen we het gebouw van binnenuit opnieuw. Dat betekent dat we in AIR een eigen wereld in een gebouw creëren. Als je binnenkomt in de lobby op de begane grond, valt op dat die relatief klein is; het is dan ook de plek waar je hooguit wacht op je taxi of even een telefoontje pleegt na een meeting.”

De trap oplopend ontvouwt zich het beeld van het centrale punt van het gebouw. De vloerdelen van het voormalige warenhuis zijn open gebroken, waardoor via een lichtkoepel het daglicht ruimschoots binnendringt. “Echt binnenkomen doe je op de eerste verdieping, in het atrium, waar je het idee hebt dat je een groot, gezellig dorpsplein betreedt. Hier voel je de ziel van AIR; een plek met veel daglicht en frisse lucht, verschillende terrassen en veel bomen en planten waardoor je soms het idee hebt dat je op een bankje in het park zit. Alles wat je niet verwacht van een groot kantoorgebouw. AIR is dan ook veel meer een plek waar je een ‘hospitality experience’  beleeft, alsof je in een hotel komt en echt even weg bent, weg van huis. Een plek waar je je welkom voelt, een plek waar je graag wilt werken”, aldus de architecte.

 

Plafondontwerp van kunstenares

Boven de brede trap naar de eerste verdieping is een heus ‘pièce de résistance’ op plafond- en wandgebied te bewonderen. Het betreft een geprint akoestisch doek, vertelt Bob Trotsenburg, projectleider bij Profinish uit Wormerveer. “De stof is van de Amsterdamse fabrikant Kvadrat, het ontwerp is van de Nederlandse ontwerpster en kunstenares Mae Engelgeer. Het zijn heel kleine stippen die in kleur verlopen van licht naar donker. Het patroon sluit aan en loopt door op de wanden. Voor ons was de montage een uitdaging, want we moesten het plafond inmeten voordat de wanden er stonden. We hebben bij de montage een speciale constructie toegepast. De lichtlijn moest namelijk gelijklopen aan het plafond. Dat hebben we gedaan door een drager boven het klemprofiel te plaatsen. Om de juiste hoogte te krijgen is er nog een beugel tussen gezet”, legt Trotsenburg uit.

 

In het atrium komt alles samen

Je wordt als bezoeker door het patroon op het plafond naar binnen getrokken, naar de plek waar alles samenkomt: het atrium. Zachte behangmuziek klinkt in de open ruimte. Twee dames bestellen een ‘Latte Macchiato to go’ bij de koffiecounter waarna ze met hun pasje de poortjes openen naar de kantoren van Unilever. Enkele van hun collega’s laten het haar doen bij The Salon, de inpandige kapsalon. Anderen zitten aan de vroege lunch in The Hub, het restaurant. Vier mannen vieren luidruchtig  een succesvolle pot van de zwarte bal aan de pooltafel die in een door glazen wanden afgesloten ruimte staat. In het atrium is veel werk van het afbouwbedrijf uit Wormerveer te bewonderen. Projectleider Trotsenburg geeft een rondleiding. “De houten (fraké) lamellen op de wanden hebben wij gemaakt en op het brandwerende firetdoek gemonteerd. WOMO Architects had een sterke voorkeur voor stof op wanden en plafonds. We hebben hiervoor een aantal mock-ups gemaakt, bijvoorbeeld van de wand die als het ware verspringt. Deze is in panelen opgebouwd. Een architect wil het liefste zo veel mogelijk panelen toepassen, in dit geval waren het er zestig, geloof ik. Wij hebben voorgesteld om drie panelen per strook te gebruiken, waarvan enkele panelen in een hoek zijn geplaatst en andere recht. De panelen zijn – net als de plafonds onder de balustrades van de bovenliggende verdieping – bekleed met stof van Kvadrat en als bekleding van akoestische panelen, naar een ontwerp van WOMO.

Een blik omhoog laat een volgende uitdaging zien waarmee de uitvoering werd geconfronteerd. Trotsenburg: “Met het materiaalgebruik wordt een beetje een knipoog gemaakt naar de Rotterdamse haven. De ‘cortenstaal-look’ van de randen en de omlijsting van de ramen in het atrium verwijst daarnaar. Ik zeg bewust ‘look’, want cortenstaal is veel te zwaar om hier toe te passen. Het is het veel lichtere aluminium, dat dubbel gecoat is. Wij noemden de omlijstingen van de ramen – waarvan wij de constructie hebben gemaakt en die door Interior Glass Solutions is bekleed – tijdens het werk de ‘tv’s’. De bovenste ‘tv’s’ die moesten worden bekleed, bevinden zich op een hoogte van circa dertig meter. Daar konden we met een gewone hoogwerker niet bij. Daarom hebben we een spinhoogwerker gebruikt. Ook voor het aanbrengen van alle plafondpanelen onder de vide balkons en loopbruggen zijn hoogwerkers ingezet. Iedereen juist gezekerd volgens de richtlijnen.”

 

Twee nieuwe verdiepingen en rooftopbar

Op de bestaande derde verdieping (het toenmalige dak) zijn twee nieuwe verdiepingen toegevoegd annex een rooftopbar met parkeerdek.  Het nieuwe kantoor telt hierdoor vijf volwaardige kantoorverdiepingen. Trotsenburg: “Vroeger waren de verdiepingen al groot. Een winkeletage was wel 75 x 75 m, overigens exclusief vides en roltrapzones. Daar is gigantisch veel van gesloopt, deels voor daglichttoetreding via de glaskappen op het dak. Ook zijn er kantoorruimtes op gecreëerde eilanden gemaakt, die door middel van aan de buitenkant bekleedde randen met de al genoemde cortenstaal-look met de kantoren aan de gevelkant zijn verbonden middels nieuwe stalen loopbruggen. In de kantoorruimtes hebben we in totaal zo’n 12.000 m² Rockfon Blanka plafonds gemonteerd. De warenhuisgevel is open gemaakt met enorme ramen. Daar hebben we de koven voor gemaakt, met drie lagen gips. Meer als voorzorgsmaatregel. We zijn namelijk het afbouwtraject moeten starten terwijl het gebouw nog niet waterdicht was. Je zou kunnen zeggen dat de afbouwtrein die we voor elk project opbouwen al direct ontspoord was. Door veel waterschade hebben we veel herstelwerkzaamheden moeten uitvoeren. Kom, nu gaan we helemaal naar boven”, zegt de projectleider van Profinish, terwijl hij op de liftknop naar de zesde verdieping drukt. Daar aangekomen is het ‘toetje’ van het project te zien: de Rooftopbar. Vanaf hier hebben de bezoekers een spectaculair uitzicht over de Rotterdamse binnenstad. Een wijds uitzicht naar buiten, passend bij de ontwerpgedachte van WOMO Architects; het naar binnen gekeerde warenhuis naar buiten openen, op de groei ontworpen. En passend bij de oorspronkelijke vooruitziende blik van de gebroeders Kraaijevanger.

 

Bouwpartners

Opdrachtgever: NEOO, Amsterdam

Architect: WOMO Architects, Amsterdam

Fabrikant plafonds: Rockfon, Roermond

Fabrikant wanden: Gyproc Nederland, Vianen

Fabrikant glazen wanden: Interior Glass Solutions, Veenendaal

Fabrikant houten lamellen: Profinish, Wormerveer

Fabrikant akoestische doeken: Brakels Acoustic Solutions, Boxmeer; Kvadrat, Amsterdam

Montage wanden: Kwakman Groep, Volendam

Montage plafonds: Profinish, Wormerveer

Montage glazen wanden en balustrades: Interior Glass Solutions, Veenendaal

 

Foto’s Studio Hoge Heren